Vorige paginaVolgende pagina Print
a a a

Van de voorzitter

Het Nationaal Programma Ouderenzorg is opgezet om zicht te krijgen op een oplossing voor de groeiende zorgvraag van (zeer) oude en complexe patiënten. Deze doelen zijn volgens Erik Buskens nobel en heel herkenbaar. Ondertussen is de lat van kwaliteit door ZonMw hoog gelegd. Zo hoog dat het nationale karakter van het programma eigenlijk een academisch karakter heeft verkregen. De ambitie om in alle “uithoeken” van het land met een relatief bescheiden fonds een grootschalige transitie in de zorg voor oudere mensen te kunnen bewerkstelligen is volgens Buskens bijna onmogelijk. Buskens: “Na het opzetten van netwerken en aftrek van programma gebonden kosten resteert er budget voor het opzetten van maximaal 8 projecten per regio, gedurende een periode van ca 4 jaar, ofwel 2 projecten per UMC per jaar. Duidelijk niet waar?”.

Vanaf het begin is Erik Buskens, hoogleraar Medical Technology Asessment in het UMCG, lid van de coördinatiecommissie en voorzitter van de wetenschapscommissie van het Netwerk Ouderenzorg regio Noord. Hij is betrokken geweest bij het opzetten van het netwerk, het formeren van de wetenschapscommissie en het uitwerken van de diverse subsidieaanvragen. Samen met Antoinette van Etten en Joris Slaets, ondersteund door Klaske Soepboer en Han Boter, bleek het mogelijk om in korte tijd vele personen en partijen te interesseren en enthousiasmeren.

Vanuit alle delen van de regio Noord toonde men belangstelling en gaf men aan zelf al aan concrete oplossingen te werken of te denken. Het NPO kwam als geroepen. Verschillende partijen vonden elkaar en zijn gaan werken aan transitie-, onderzoeks- of implementatieprojecten.

De wetenschapscommissie, die in het leven is geroepen om aanvragers te adviseren en ondersteunen bij het uitwerken en indienen van subsidieaanvragen, constateerde dat de regio borrelde van enthousiasme en ideeën”.

Buskens: “Tot nu toe heeft het enthousiasme helaas niet geresulteerd in grote aantallen gehonoreerde projecten, maar dit geldt ook voor de andere netwerken in Nederland. Het NPO beoogt weliswaar heel Nederland te voorzien in de zorg voor kwetsbare ouderen, maar door de wetenschappelijke maatstaven van de programmacommissie van ZonMw is dit niet mogelijk. Het is moeilijk gebleken om in korte tijd - vanuit een praktische omgeving - een academisch onderzoeksvoorstel te genereren, ondanks de vanuit de UMC’s geleverde ondersteuning. Tot nu toe zijn met name de UMC’s, of van oudsher bekende kennisinstellingen, in staat te voldoen aan de maatstaven van de programmacommissie (en de referenten).”
“Dit constaterend stelt u zich wellicht de vraag op of het voor een ‘perifere’ aanvrager nog wel de moeite loont om opnieuw of alsnog te investeren in het schrijven van een aanvraag voor het NPO. Mijn antwoord daarop is ja!

In ieder geval heeft u uw betrokkenheid en bereidheid om zich in te zetten kenbaar gemaakt en hebt u in uw regio een concreet subnetwerk bijeen gebracht waarbinnen u draagvlak heeft gecreëerd. Het NPO is niet de enige weg om uw ideeën onder te brengen en gestalte te geven. Samen met uw partners buiten en binnen het UMCG kunt u verder bouwen aan uw voorstel en/of op zoek gaan naar alternatieve financieringsbronnen. Bovendien moet het schrijven van een subsidieaanvraag niet gezien worden als een eenmalige poging. Namens de wetenschapscommissie kan ik zeggen dat wij u graag terzijde zullen staan bij een tweede of nieuwe poging.

Het NPO is ondanks het bedrag van €80 miljoen zoals gezegd slechts bescheiden van omvang en heeft vooralsnog een tijdelijk of eenmalig karakter. Er zijn afhankelijk van de vraagstelling vele alternatieven. Het UMCG maakt zich bovendien op om samen met de RUG, de hogescholen en andere zorg- en kennisinstellingen en het bedrijfsleven een nieuw programma op te zetten met als thema “healthy ageing”. Ook in dat kader nodig ik u van harte uit om vooral actief, kritisch en creatief te blijven. Vanuit een dergelijke grondhouding hoop ik samen met u te mogen werken aan een oplossing voor (een deel van) de uitdaging die de zorg voor ouderen nu en in de toekomst met zich mee zal brengen".

Erik Buskens
voorzitter Wetenschapscommissie