Vorige paginaVolgende pagina Print
a a a

Het begon toen Mels ’s nachts gemeen werd geknepen


Griet-Anne Banga
 

Mels, 78 jaar, merkte de eerste symptomen ‘s nachts. Hij had het gevoel dat er iemand in de kamer was die hem hard kneep en beet. In eerste instantie dacht hij dat het heftige dromen waren. Maar het gebeurde steeds vaker dat hij dierbaren om hulp schreeuwde terwijl die niet in de slaapkamer konden zijn. Hij is met deze symptomen naar de dokter gegaan die hem doorverwees naar het ziekenhuis. Daar werd in 2010 bij Mels beginnende dementie (waarschijnlijk Lewy Body) vastgesteld.
 

De nachtelijke hallucinaties grijpen Mels erg aan. Als hem dit 's nachts overkomt heeft hij het gevoel het gevecht aan te moeten gaan met de 'ander' in de kamer. Hij vraagt zich dan ook af waar hij deze ervaring kan plaatsen. Naast de hallucinaties heeft hij moeite om gesprekken te volgen, lezen lukt niet meer en hij is vergeetachtig.
 

 

Mels was bouwkundig hoofduitvoerder en heeft grote projecten uitgevoerd. Hij stond vroeger vaak in het middelpunt van alles en iedereen. Door zijn geheugenproblemen en de gevolgen daarvan heeft hij het gevoel dat hij dit kwijt raakt. Hij vindt het erg zwaar om zijn oude vertrouwde leven los te laten en zich over te geven aan zijn leven met dementie. Hij beseft dat het contact met de buitenwereld van zijn kant moet komen. Hij doet hier erg zijn best voor door naar zijn omgeving open te zijn over zijn ziekte. Toch merkt hij dat direct contact met zijn omgeving zowel voor hem als voor anderen lastig is. Dit belet hem om optimaal te genieten van sociale activiteiten. Door het afstaan van zijn rijbewijs is hij zijn vrijheid kwijt om te gaan en staan waar hij wil en is hij nu afhankelijk van anderen om ergens heen te gaan. Ondanks dat hij zich soms eenzaam voelt en het oude leven mist, haalt hij toch nog wel kracht uit sociale activiteiten. Hij zingt in een kerkkoor en hij vindt het erg fijn dat mensen hem meenemen naar bijvoorbeeld een kaartavond. Daarnaast geniet hij van tuinieren en van wandelingen in de natuur.

 

 

 

Denken aan de toekomst doet Mels liever niet, maar hij kan er niet onderuit. Hij komt regelmatig mensen met dementie tegen op de afdeling geriatrie van het ziekenhuis. Daar heeft hij moeite mee, omdat hij bang is dat hem datzelfde overkomt. Dat beeld zorgt ervoor dat hij zorgen heeft over de toekomst. “Wat gebeurt er met mij en met mijn zelfgebouwde huis?”
 

Zijn advies aan mensen die dit ook meemaken is om contact te zoeken met lotgenoten, omdat dit belangrijk kan zijn in de omgang met de ziekte.