Vorige paginaVolgende pagina Print
a a a


Ouderen worden over het algemeen gezien als object. Object van zorg, van commercie en van beleid. Dat ouderen een belangrijke bijdrage hebben in de samenleving hoort men zelden. Hun boodschap dat ze deze periode van hun leven heel fijn vinden doet al helemaal de wenkbrauwen optrekken.
 

Vrijheid, onthaasten, tijd hebben

Tijd is een schaars goed in onze maatschappij, maar niet voor de ouderen. Zij hebben inderdaad tijd, ze kunnen kiezen wat ze met die tijd willen doen. Het is niet voor niets dat veel oudere mensen zeggen dat het de mooiste tijd van hun leven is: oud is feest!
Een jonge tv-interviewer geloofde mij niet toen ik zei, dat ik het echt meende dat het nu de gelukkigste tijd van mijn leven is. “En toen de kinderen klein waren dan?” “Ja, die waren wel schattig, maar je had toen geen wasmachine, maar één verwarmde kamer, je was arm. De zorgen waren zwaar, zodat je die tijd toch niet herinnert als de beste van je leven.”. Als men geen andere grote belemmeringen heeft: geen erg slechte gezondheid, geen (te) zware mantelzorgtaken, dan is het de fijnste tijd van je leven.
Zozeer zelfs, dat het begint op te vallen. Er klinkt jaloezie: ‘Dat zijn YEEPIEs, feestvierende ouderen!’ Mag het, zou je zeggen, ze hebben gewerkt, ze hebben gespaard. Ze zijn veelal arm geweest, veel armer dan jongeren nu.


Ouderen leveren een bijdrage aan de samenleving

Door alle zorgelijkheid over de vergrijzing wordt de indruk gewekt als zouden ouderen voornamelijk een belasting zijn voor de samenleving. De zorgvraag die op ons afkomt! Wat daarbij niet wordt gezien, is de grote bijdrage die ouderen leveren aan zorg. Bijvoorbeeld bij een dementerende is het zijn partner die de zorg opvangt. Dat moet ook volgens de regelgeving: thuiszorg wordt pas gegeven als de mantelzorg het echt niet meer aankan. Dat deze, vaak heel zware zorg toch zo vaak en blijmoedig gegeven wordt, is eerder iets om als maatschappij dankbaar voor te zijn dan om het zo dwingend te eisen. Dat dat laatste zo gevoeld wordt komt in interviews terug: ‘Je vraagt pas hulp als het echt niet meer gaat, en het eerste wat gedaan wordt is de bal terugspelen.’ Er zijn wel overal steunpunten voor mantelzorgers, maar zij zouden vooral gebaat zijn bij meer overname van taken. Het persoonsgebonden budget wordt vaak als een uitkomst gezien omdat men daarmee zelf optimaal kan woekeren om zorg in te kopen. Ouderen leveren dus zorg. Veel meer ouderen leveren zorg dan dat er bewoners van verpleeghuizen zijn. Soms zorgen zelfs 60-plussers nog voor hun ouders.

 

Daarnaast is vrijwilligerswerk voor een groot deel werk van 50- ( zelfs 80-) plussers. Dat is weer een bijdrage aan de samenleving en van economische waarde, ook al tellen economen die niet mee.
Op de werkplek – en daarbuiten – zijn ouderen een stabiliserende factor. Ze helpen nieuwkomers te integreren en houden de cultuur van het bedrijf vast. 
 

Oud is hard werken


Om zelf greep te blijven houden op je leven is wel veel inspanning nodig. Je niet laten onderdompelen in gevoelens van verlies. Opkomen voor jezelf als zorgtaken te zwaar worden. Mondig zijn als het om je belangen gaat. Tijd nemen om alles te verwerken wat je overkomt.
Oud is wel feest, maar het vereist een actieve instelling om het dat te laten zijn.


Over de auteur
Liebje Hoekendijk (1931) was werkzaam in welzijnsfuncties, ook internationaal en zette nieuwe projecten op.