Vorige paginaVolgende pagina Print
a a a

Het triage-instrument:

kwaliteit van de Groningen Kwetsbaarheid-vragenlijst en een vragenlijst om zorgcomplexiteit te meten


Aanleiding van het project

Vanuit het Netwerk Ouderenzorg Regio Noord wordt gestreefd naar het beter en eerder signaleren van - onvervulde - zorgvragen en behoeften van ouderen. Veel ouderen ervaren bovendien verschillende combinaties van problemen zoals psychosociale en medische problemen. Deze zogenaamde 'kwetsbare’ ouderen hebben een verhoogd risico op bepaalde problemen, bijvoorbeeld ziekenhuisopname of afname in lichamelijk functioneren.
Om dit uit te stellen of zelfs te voorkomen is een triage-instrument ontwikkeld waarmee vroegtijdig kan worden vastgesteld of een oudere bijvoorbeeld kwetsbaar is en dus een verhoogd risico heeft op deze problemen. Het triage-instrument wordt gebruikt in onder meer de transitie-experimenten van deze regio en bestaat uit vragenlijsten die ouderen zelf kunnen invullen:

  • Kwetsbaarheidsvragenlijst (Groningen Frailty Indicator - GFI)
  • Zorgcomplexiteit (INTERMED)
  • Welbevinden 
De GFI meet kwetsbaarheid in vier domeinen: fysiek, cognitief, psychologisch en sociaal.
De vragenlijst bestaat uit 15 vragen waarbij een persoon met een totaalscore van 0 niet kwetsbaar is en een persoon met een totaalscore van 15 juist uiterst kwetsbaar is.
In de praktijk hanteren verpleegkundigen en artsen de grens bij 4: Ouderen met een score groter of gelijk aan 4 zijn kwetsbaar en komen in aanmerking voor extra preventieve maatregelen. In de ouderenzorg wordt de GFI frequent afgenomen en over de kwaliteit van het meetinstrument is enige informatie bekend. Een uitgebreide wetenschappelijke evaluatie van de GFI ontbreekt echter nog.
De kwaliteiten van de zorgcomplexiteit vragenlijst die uitgaat van de mening van de oudere (INTERMED), zijn nog niet eerder geëvalueerd. Met 20 vragen meet dit instrument zorgcomplexiteit in vier domeinen: biologisch, psychologisch, sociaal en gezondheidszorg. Indien een oudere respondent vindt dat er geen probleem is op een bepaald gebied dan wordt de score ‘0’ toegekend, bij een groot ervaren probleem is dit een ‘3’. De theoretische range van de INTERMED is 0-60.
De Welbevinden-vragenlijst is een instrument dat inventariseert hoe ouderen in het leven staan, waar zij plezier aan beleven en welke knelpunten eventueel ervaren worden.
Het instrument omvat 8 gebieden van welbevinden: genieten van eten en drinken, lekker slapen en rusten, plezierige relaties en contacten, actief zijn, jezelf redden, jezelf zijn, je gezond voelen van lichaam en geest en plezierig wonen.
De kwaliteiten van de meetinstrumenten worden in verschillende wetenschappelijke studies geëvalueerd.
 Contact
 L.L. (Lilian) Peters Msc
 UMCG / Afdeling Epidemiologie
 Postbus 30.001, 9700 RB  Groningen
 Tel. 050 - 3617032 / email l.l.peters@umcg.nl


Wetenschappelijke studies
In de eerste studie van het NPO hebben ouderen eenmalig per post een vragenlijst gekregen bestaande uit de GFI, INTERMED en de Welbevinden-vragenlijst. Ook werden standaard gegevens nagevraagd zoals: geslacht, leeftijd, burgerlijke staat, woonsituatie en ziekten/ aandoeningen. Daarnaast waren vragen toegevoegd over tevredenheid met het leven.
Twee weken later werden de ouderen thuis bezocht door een verpleegkundige. Tijdens een interview beoordeelde de verpleegkundige zelf de zorgcomplexiteit van de oudere en werden vragen gesteld over de ervaren kwaliteit van leven en of de oudere zelfstandig bepaalde activiteiten kan doen, zoals boodschappen doen, koken en zichzelf wassen. Met de antwoorden op bovenstaande vragen is de kwaliteit van de GFI en INTERMED onderzocht.
In drie andere studies hebben ouderen gedurende een langere periode meerdere malen vragenlijsten ingevuld: de Leiden85+ studie, Transitie-experiment ‘Analyse van zorgbehoefte’ en in LifeLines. Na het invullen van de GFI zijn ouderen minstens een jaar lang gevolgd waarbij er o.a. gegevens zijn verzameld over lichamelijke achteruitgang, opnames, opnames in ziekenhuizen of verpleeg/verzorgingshuizen. Met de gegevens uit deze drie studies kunnen we onderzoeken of de GFI daadwerkelijk ongewenste uitkomsten voorspelt.