Vorige paginaVolgende pagina Print
a a a

Effectmeting 10 proeftuinen woon-servicegebieden 

Dit project is geen project van het noordelijk netwerk, maar een landelijk NPO-project, waarin ook het UMCG participeert.
 

Waar wordt het project uitgevoerd?

10 proeftuinen woonservicegebieden, nl. Bilgaard Leeuwarden, Krakeel Hoogeveen, Berflo Es Hengelo, Meulenvelden Didam, Rond de Regenboog Dronten, Dorp West De Bilt, Zeevang Noordoost Middelburg, Hoge Vucht Breda, Helden-Panningen.
2 vergelijkingsgebieden, namelijk kern Beuningen en Wolfskuil Nijmegen.

Looptijd van het onderzoeksproject:
oktober 2010 tot mei 2012

Wie voert het project uit?
Onderzoeksteam: Radboud Universiteit Nijmegen,
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), UMC Groningen, Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV)
Projectleider: prof.dr.ir G.R.W. de Kam


Meer informatie:
www.wonenouderen.nl
Voor vragen kunt u contact opnemen met:
Radboud Universiteit Nijmegen
Daniëlle Damoiseaux, onderzoeker
Tel: 024 - 361 1711
E-mail: d.damoiseaux@fm.ru.nl
 

Het project effectmeting 10 proeftuinen woonservicegebieden is geen project van het Netwerk Noord maar een landelijk project, waar o.a. het UMCG in participeert.

De meeste mensen die ouder worden willen graag zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Veilig en vertrouwd in hun eigen buurt. In een woonservicegebied worden diensten op het gebied van wonen, welzijn en zorg aangeboden, zodat ouderen daadwerkelijk langer thuis kunnen wonen.

Een woonservicegebied (5.000 tot 10.000 inwoners) is een wijk of dorp met een gecoördineerd dienstenaanbod op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Bijvoorbeeld niet planbare 24-uurszorg en/of aanpassingen aan de woning. De kwetsbare inwoners, zoals ouderen, kunnen langer zelfstandig blijven wonen in hun eigen woning en zo langer deelnemen aan de vertrouwde samenleving. Als bewoners toch niet langer in hun eigen woning kunnen blijven wonen, kunnen zij desgewenst verhuizen naar een zorgwoning binnen het woonservicegebied. Het doel is dat ouderen en andere kwetsbare groepen zelfstandig blijven wonen te midden van anderen, zodat een levensloopbestendige leefomgeving ontstaat. Verhuizing naar een zorgcentrum is niet nodig of kan langer worden uitgesteld. 

De effecten op een rij
Wat zijn de effecten van woonservicegebieden op wonen, welzijn en zorg? Verschillen ze van vergelijkbare, andere woongebieden? Wat
vinden de bewoners van hun woonservicegebied en wat de gemeente, corporaties, zorg- en welzijnsorganisaties? Op deze vragen tracht dit onderzoek een antwoord te vinden.

Het uiteindelijke doel van het onderzoek is om met aanbevelingen te komen voor betere zorg- en dienstverlening aan ouderen.

Onderzoeksmethoden
Het onderzoek bevat zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoeksmethoden. Ten eerste een enquête bestaande uit het triage-instrument (Slaets, UMCG), aanvullende vragen over woning, woonomgeving, sociale activiteiten en een lokaal deel over voorzieningen. Per woonservicegebied zijn 150 vragenlijsten afgenomen.
Het tweede onderzoeksinstrument is de narratieve vraagpatronen analyse (van Biene, HAN). Dit is een open interviewmethode om er achter te komen hoe de mensen het wonen in een woonservicegebied ervaren. Per woonservicegebied zijn 36 van deze interviews afgenomen.
 

Resultaten
Op het moment is het onderzoek in de analysefase. Op 20 maart 2012 worden de resultaten gepresenteerd op het landelijk congres woonservicegebieden te Nieuwegein.

Foto: Het team van Radboud Universiteit Nijmegen (Institute for Management Research) dat onderzoek doet naar woonservicegebieden.